Ad Colen laat horen hoe vogels hem muzikaal hebben geïnspireerd. Waar de harmonie van een jazzstandard een leidraad is om te improviseren, zo zijn ritmes, melodieën en klanken van vogels dat voor hem ook. Vogellijnen verwerkt tot composities. Ad Colen speelt tenorsax* en sopraansax.
Zij speelden:
1. Wait for the woodlark* (boomleeuwerik), 2. Five jackdaws having a chat* (kauwen), 3. Push and shove (diverse vogels), 4. The buzzard (buizerd), 5. The shy yellow one* (wielewaal), 6. The hermit* (heremietlijster), 7. Tjif tjaf, 8. Limosa’s lament (grutto), 9. Winterkoning*, 10. Midnight verses* (uilen), 11. Sylvia is dancing while the cat is watching* (zwartkop), 12. The treecreeper (boomklever).